vr 27 juli: Virginia Beach – Julius naar Curaçao

De wekker gaat vanmorgen om vier uur. Alles staat al helemaal klaar, dus we hebben even tijd om wat te drinken en te eten. Dat valt niet mee zo vroeg, maar wat yoghurt en een banaan lukt gelukkig wel. Ik zwaai Robbert en Julius uit in de nog donkere vroege ochtend. Ik heb me de hele tijd rustig gehouden, maar nu heb ik moeite mijn tranen te verbijten. Los laten valt niet altijd mee, maar is wel zo belangrijk. Ik probeer nog wat te slapen, maar dat lukt niet. Ik wil eigenlijk naar de zonsopgang op het strand gaan kijken, maar kom er om 7 uur achter dat ik vlak voordat ik wilde opstaan toch in slaap ben gevallen. Als Robbert weer thuis is, starten we de ochtend samen in de zon op het dakterras. Je kunt je nauwelijks voorstellen hoe vochtig het hier is en vooral ‘s nachts. Er liggen gewoon plassen zonder dat het heeft geregend. Het is nog geen half acht en de zon brandt al goed. De vogels zijn actief en zingen hun prachtige liedjes. De rode kardinaal herken je overal bovenuit. De buren hebben een voederstation in de tuin hangen waar vogels kunnen eten. Er komen zulke mooie vogeltjes voorbij. Naast de rode kardinaal volgens mij ook een Amerikaanse goudvink, maar het vogeltje met de rode kop kan ik niet zo snel vinden. Een slimme eekhoorn eet de kruimels die naar beneden vallen.

’s Ochtends vroeg is het nog strak blauw, maar het weerbericht is wederom regenachtig. We geloven er inmiddels niks meer van. Isis wil graag een stopbord fotograferen, dat heel mooi bij een boom vol bloesem staat. Om het zekere voor het onzekere te nemen, gaan we samen voor het ontbijt om de foto te maken. Ze heeft haar polaroid camera mee en dan moet je goed kiezen welke foto je wel of niet wil maken. Het is ontzettend leuk om zo samen op pad te gaan en mooie plaatjes te zoeken, die je soms juist vindt in simpele onverwachte voorwerpen. Het is al dertig graden, dus we gaan snel naar het strand. Het water is zo lekker en de golven precies goed. Isis en Felix duiken heen en weer door de golven heen. Toch is de dag anders dan anders. We zijn ons er van bewust wanneer Julius land in Miami en wanneer hij weer gaat vliegen. Als we rond twee uur thuis komen, blijkt dat Julius nog helemaal niet gevlogen is en dat zijn vliegtuig flinke vertraging heeft. Niet goed voor mijn zenuwen… Nadat ons en vooral zijn geduld op de proef is gesteld vliegt hij drie uur later weg dan de bedoeling was met American Airlines. De passagiers hebben drie uur in het vliegtuig gezeten zonder maar een slok water. Toch echt wel een beetje vreemd.  Zodra het vliegtuig opgestegen is, gaan Robbert en ik nog een stuk lopen naar het beeld van Neptunus. Het is een wonder dat ik het zonder mensen erbij op de foto heb gekregen, want er wordt aan de lopende band bij geposeerd.

Ondanks onze ‘Letter of consent’ en kopietjes van onze beide paspoorten, doen ze op Curaçao toch lastig om Julius door te laten op het vliegveld. Terwijl wij pizza eten op ons dakterras belt Julius dat ze moeilijk doen, maar gelukkig duurt het niet al te lang. Het ontvangstcomité maakt veel goed,  Julius wordt letterlijk met open armen ontvangen door de familie Beerens. De foto’s die we krijgen spreken geheel voor zich en mijn moederhart komt weer tot rust. De jongens gaan twee mooie weken tegemoet. Naomi en Bart-Jan nu al enorm bedankt voor de goeie zorgen!

Nu aan het einde van de dag begint het eindelijk te donderen. Zou de voorspelde regen nu wel gaan vallen?